WE ZATEN NET NA DE KERST in het dierenziekenhuis met een van onze poezen, die al een paar dagen slecht at en een rare plek in haar huid had. Op het televisiescherm in de wachtkamer scrolden tips voorbij over honden en vuurwerk. Een van de tips was: negeer angstig gedrag.
Toen we Tonka na een aantal onderzoeken weer mee mochten nemen (niets aan de hand, het was een haarbal die dwars had gezeten), bleek ze een groot litteken op haar rug te hebben. Zonder dat we het wisten, had de dierenarts de rare plek weggesneden en het weefsel naar het lab gestuurd. De huid was keurig dichtgenaaid.
De volgende ochtend bleek dat ze er ’s nachts flink aan had gelikt, waardoor het litteken bloederig en gezwollen was.
We hebben haar een zacht babyvestje aangetrokken zodat ze niet kan likken, en nu geneest het litteken mooi.
Dat obsessieve likken aan een jeukende of pijnlijke plek deed me denken aan wat wij mensen ook doen met pijn of irritatie uit het verleden. In plaats dat we het met rust laten zodat het kan genezen, rakelen we het telkens opnieuw op.
We denken erover, we piekeren erover, we praten erover met vrienden of met onze psycholoog, we dromen erover. Telkens opnieuw wordt die pijnlijke ervaring weer onderzocht, besnuffeld, kapotgelikt en opengekrabt. Soms jaren achtereen. Soms een heel leven lang.
Omdat ik net als ieder ander ben, doe ik dat ook. Dan word ik ’s ochtends verfrist wakker maar BOEM! opeens is daar een negatieve herinnering aan de tijd dat ik naar de gymles op school moest, nog in mijn reclamebureau werkte, of een gênante opmerking maakte in een groot gezelschap.
De drang om meteen aan de slag te gaan met die oude pijn is praktisch onweerstaanbaar.
Mindfulness heeft me echter geleerd dat je dat beter niet kunt doen. Oprechte, rustige aandacht geven aan vervelende kwesties uit het verleden is prima. Maar je verliezen in eindeloze herkauwsessies van verdriet, frustraties en woede is niet zo prima.
Daarmee blijft de wond namelijk open en pijnlijk.
Wat ik doe als mijn gedachten richting pijn uit het verleden dreigen te marcheren, is me met man en macht verzetten en mijn gedachten afleiden.
Ik laat het niet toe dat ze van de hoofdweg afwijken en een donkere steeg in duiken. Want ik weet dat ze daar in omvang toenemen, waarna de pijn uit het verleden in no-time uitgroeit tot een verse wond.
Ik leid mijn gedachten zo snel mogelijk weg van die donkere steeg, weer naar de straat waar de zon schijnt en waar geen plek is voor duistere pijn.
Het vereist enorme discipline om mindfulness te trainen en uit de klauwen te blijven van negatieve gedachten. Het vereist dat je sterker bent dan je gedachten; sterker dan hun wil om je naar de donkere uithoeken van je verleden mee te trekken.
Zodra ik me bewust word dat mijn gedachten dreigen af te dwalen, zeg ik heel hard ‘En nu is het afgelopen!!’ in mijn hoofd. Of: ‘Klaar!!’ Of: ‘Terug naar normaal denken, niet piekeren.’ Zoals je dat tegen een jengelend kind zou zeggen.
Train jezelf dagelijks in mindfulness zodat je af kunt blijven van pijn uit het verleden. Doorbreek de gewoonte van angstig denken door het te negeren. Roep jezelf streng tot de orde als je weer dreigt te gaan piekeren. Zo kan de wond genezen, en zo kan zelfs het vachtje weer teruggroeien.
Het litteken zal er altijd blijven. Maar de irritatie en pijn is weg. Je hoeft je er geen zorgen meer over te maken. Je hebt jezelf genezen.